Kwaliteit en toegankelijkheid

De kwaliteit van het onderwijs in Rotterdam is de afgelopen periode verbeterd, maar de kwaliteitsverschillen tussen scholen zijn nog te groot. Scholen met vergelijkbare leerlingenpopulaties hebben niet dezelfde schoolresultaten. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. Kinderen van laagopgeleide ouders worden hier dubbel door geraakt, omdat zij voor hun ontwikkeling afhankelijker zijn van een school die het maximale uit een leerling haalt. Het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs is dan ook een van de thema’s uit het onderwijsbeleid 2019-2022 ‘Gelijke kansen voor elk talent’.

Wat speelt er?

  • Er zijn in Nederland te grote kwaliteitsverschillen tussen scholen, dat blijkt uit een onderzoek van de Inspectie van Onderwijs. 
  • De kwaliteit van de vroegschool is niet overal voldoende. Kinderen die achterstanden hebben ingehaald of juist een voorsprong hebben in hun ontwikkeling, worden op sommige vroegscholen onvoldoende gestimuleerd. Daardoor ontstaan soms weer leerachterstanden.
  • Financiële toegankelijkheid is een belangrijke factor voor kansengelijkheid. Dat begint bij de voorschool. Voor een deel van de ouders is de eigen bedrage en de administratieve rompslomp een drempel voor deelname. Dit speelt overigens niet alleen bij voorscholen, ook in het overige onderwijs speelt financiële toegankelijkheid een rol.
  • De afgelopen jaren heeft de gemeente al veel geïnvesteerd in onderwijshuisvesting. Maar ook de komende periode staan we op dat gebied voor een grote opgave. Er is namelijk een mismatch tussen vraag en aanbod, zowel kwantitatief en kwalitatief als geografisch.

Wat is de ambitie van de gemeente?

De gemeente en de Rotterdamse scholen willen alle kinderen in Rotterdam de beste onderwijskansen geven. Iedereen verdient tenslotte een eerlijke kans om zijn of haar talenten te ontwikkelen en dromen te laten uitkomen. Het mag daarbij niet uitmaken naar welke school een kind gaat; de kwaliteit van alle scholen moet goed zijn. In iedere buurt moet een goede en betaalbare voorschool en basisschool zijn. En in iedere wijk een goede en betaalbare middelbare school. Rotterdam investeert al jaren in schoolontwikkeling, waarbij scholen subsidie krijgen om de kwaliteit van hun school te verbeteren. In deze beleidsperiode sturen we daar nog scherper op, om zo de schoolverschillen te verkleinen.

Enkele voorbeelden van maatregelen die we inzetten om de kwaliteit en toegankelijkheid te verbeteren:

  • Iedere school biedt gelijke kansen
    Onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs laat zien dat in alle Rotterdamse wijken verschillen zijn in de prestaties van zowel scholen in het primaire als het voortgezet onderwijs. Leerlingen hebben daardoor niet op iedere school gelijke kansen om het beste uit zichzelf te halen. Scholen die een risico lopen om minder te presteren, krijgen de kans hun prestaties te verbeteren met hun gemeentelijke schoolontwikkelingsbudget.
  • Spreiding aanbod (huisvesting)
    Schoolbesturen en gemeente maken afspraken over spreiding van het aanbod aan basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs over de stad. Deze zijn vastgelegd in een integraal huisvestingsplan dat wordt uitgevoerd onder regie van de gemeente.
  • Financiële toegankelijkheid
    Hoge vrijwillige ouderbijdragen maken scholen minder toegankelijk. Met een richtlijn voor de hoogte van de ouderbijdrage (gebaseerd op advies van de PO-Raad) stelt de gemeente samen met het onderwijsveld een norm.
    Daarnaast subsidieert de gemeente de Stichting Meedoen in Rotterdam, die ouders financieel helpt om kinderen te kunnen laten meedoen aan activiteiten die niet tot het verplichte curriculum behoren, zoals werkweken en schoolreisjes.
  • Iedere voor- en vroegschool biedt gelijke kansen en is financieel toegankelijk
    Instellingen voor peuteropvang en kinderdagopvang en gemeente hebben samen een kwaliteitskader en -monitor ontwikkeld. Die worden nu ook ontwikkeld voor de vroegschool, zodat kleuters op dezelfde manier worden uitgedaagd en ondersteund in hun ontwikkeling.
    Peuters kunnen, als zij op jonge leeftijd naar de voorschool gaan, een groot deel van hun (taal)ontwikkelingsachterstand inlopen voordat ze starten op de basisschool. Daarom willen we dat zo veel mogelijk peuters met (risico op) achterstand naar de voorschool gaan. Voor ouders waarvoor de kosten een belemmering zijn, neemt de gemeente die weg.