Het diploma laat zien: ieder talent telt

Op 5 juli was het feest op het stadhuis. Ongeveer 80 leerlingen van verschillende scholen voortgezet speciaal onderwijs vierden dat ze hun diploma hadden gehaald. Voor twee van de drie uitstroomrichtingen was het voor het eerst dat dat kon. 

Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) heeft 3 uitstoomrichtingen: vervolgonderwijs, arbeid en dagbesteding. Voorheen ontvingen alleen leerlingen die naar het vervolgonderwijs gingen een diploma. Maar vanaf dit jaar kan voor alle uitstromers, die een gevuld portfolio en een geslaagd eindgesprek met een assessor hebben gehad, de vlag uit.  

Meer moeite

Programmaleider vso bij BOOR Saskia Scheffers is heel blij met deze ontwikkeling. ‘Leerlingen van het vso verdienen ook een volwaardige plek in de maatschappij’, zegt ze. ‘Vanwege hun beperking moeten ze vaak harder werken om hun talent en toegevoegde waarde te laten en om hun dromen waar te maken. Iedereen die wel eens op een vso- school komt, ziet hoeveel vaardigheden en kwaliteiten deze jongeren hebben. Het vso-diploma vergroot de kans dat iedereen ziet hoe waardevol de leerlingen zijn en dat ieder talent telt.’  

Zonder papiertje

Tot vorig schooljaar sloten alleen leerlingen in het uitstroomprofiel vervolgonderwijs hun schooltijd af met het eindexamen. Leerlingen in de uitstroomprofielen dagbesteding en arbeid trokken de schooldeuren achter zich dicht met een rugzak vol ervaringen en intensieve begeleiding. Maar zonder officieel papiertje. Daar is vorig schooljaar door een wetswijziging verandering in gekomen. Rotterdam doet daar nog een schepje bovenop.

Kwaliteitseisen

Afgelopen schooljaar sloegen Rotterdamse koepelorganisaties BOOR, CVO en de Martinusstichting de handen ineen voor het Rotterdamse vso-diploma dagbesteding en arbeid. Een uniform curriculum en bijbehorende kwaliteitseisen zijn toegevoegd aan het wettelijke diploma. Die eisen richten zich op de basisvakken, zoals Nederlands en Rekenen. Maar ook op het aantonen van vaardigheden in praktijkvakken en kennis, opgedaan tijdens de stages. Externe assessoren beoordelen of de inhoud van het portfolio dat de leerlingen maken, aan de gestelde eisen voldoet. Zo weten toekomstige werkgevers en dagbestedingsorganisaties wat de leerlingen geleerd hebben en kunnen. Hun kansen op een passend vervolg nemen daardoor flink toe.  

Talent komt tot zijn recht

Volgens Saskia komen nu alle leerlingen na hun voorgezet onderwijsperiode op een plek terecht waar hun talenten en vaardigheden tot hun recht komen. ‘De een is in staat om zelfstandig loon te verdienen via een dienstverband of garantiebaan bij een werkgever. Maar je komt onze oud-leerlingen ook tegen als medewerker van de Albert Heijn, in een garagebedrijf, in de horeca en als assistent in het onderwijs of het ziekenhuis. Andere leerlingen stromen uit naar dagbestedingsorganisaties, zoals stichting Bont, Downies en Brownies, Fröbel of zorgkwekerij Bloei.’