Leerkracht Judith Vis over Thuis in Taal naar Huis: ‘Ouders durven weer te praten’

De ervaring van leerkracht Judith Vis met Thuis in Taal naar Huis

‘Als je de taalontwikkeling van jonge kinderen wil stimuleren, bereik je veel meer als je ook ouders laat zien wat hun invloed op die ontwikkeling is’, vertelt Judith Vis, leerkracht van groep 1 en 2 op basisschool De Globetrotter. Haar school is dan ook al vanaf het begin betrokken bij de aanpak Thuis in Taal. Een aanpak die de afgelopen twaalf jaar is ontwikkeld door de Hogeschool Rotterdam in samenwerking met Stichting Peuter & Co/De Rotterdamse Peuterschool en Rotterdamse basisscholen. Aanvullend op de aanpak ontwikkelt Hogeschool Rotterdam nu de extra aanpak Thuis in Taal naar Huis waarbij begeleiders bij gezinnen thuis spel- en taalactiviteiten doen met ouder en kind die aansluiten op de activiteiten op school. De gemeente subsidieert de aanpak met geld van het Nationaal Programma Onderwijs.

Zekerder om te praten
Thuis in Taal naar Huis is voor niet-Nederlandstalige en laaggeletterde ouders.  Bij De Globetrotter zijn het vooral ouders voor wie Nederlands niet de eigen taal is die bereikt worden met de aanpak. ‘Ik zie dat ouders die meedoen aan Thuis in Taal naar Huis, zich zekerder voelen om te praten, ervaart Judith. ‘Omdat ze door de aanpak weten dat ze geen Nederlands hoeven te praten, maar juist hun rijke thuistaal kunnen gebruiken in het contact met hun kind. Het gaat om het gebruik van taal. Door praten, zingen, spelen en voorlezen, stimuleren ze de taalontwikkeling van hun kind. Ouders hebben nu vertrouwen om hun thuistaal te gebruiken en praten daardoor meer met hun kind.’

Band opbouwen
Judith: ‘Om ouders te bereiken, moet je eerst een band opbouwen. Bijvoorbeeld met huisbezoeken, gesprekjes bij het brengen en halen en met onze wekelijkse taalstimuleringsactiviteit op school. Daar doen ouder en kind samen een leuke activiteit, waarbij ze ongemerkt met taal bezig zijn. Bij ouders die geen Nederlands spreken, gebruik ik pictogrammen en stappenplannen met plaatjes en doe ik het gewenste taalgedrag voor. Soms vertalen ouders voor elkaar. De activiteiten van school en Thuis in Taal naar Huis versterken elkaar.’

Aansluiten
Thuis in Taal naar Huis en De Globetrotter werken nauw samen. Zo heeft de school een belangrijke rol in het leggen van de contacten met ouders en het achterhalen van hun behoefte aan ondersteuning. Maar ook tijdens de aanpak wordt steeds afgestemd. Judith: ‘Ik bespreek de thuisactiviteiten, zodat die aansluiten bij de thema’s en doelen waar ik op school aan werk. Ik doe ook wel eens het voorstel om met een gezin naar de bibliotheek of kinderboerderij te gaan, afhankelijk van wat ik denk dat past bij ouders en kinderen.’

Veilige taal
Zoals thuistaal voor ouders belangrijk is, is dat ook voor kinderen de veilige taal van waaruit ze Nederlands leren. ‘Daarom heb ik in de klas aandacht voor die thuistaal’, legt Judith uit. ‘Zo zingen we verjaardagliedjes in verschillende talen. Voor een Spaanstalig jongetje gaf dat zo veel herkenning en erkenning, dat hij helemaal begon te stralen. Hierdoor gaan kinderen zich thuis voelen op school. Het helpt voor de taalontwikkeling ook veel als kinderen naar de Peutergroep zijn geweest, vindt Judith. ‘Ik merk duidelijk een voorsprong bij die kinderen.’