Praktijkschooldiploma: voor leerlingen en PRO-scholen een succes, winst valt nog te behalen
Kenniswerkplaats Rotterdams Talent (KWP) heeft in opdracht van de Gemeente Rotterdam en het Regioplatform PRO, een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de invoering van het Praktijkschooldiploma. De eerste inzichten zijn positief. Eenduidigheid van het hebben van een diploma is een meerwaarde. Het diploma heeft een positief effect gehad op het zelfbeeld en het gevoel van erkenning van leerlingen.
Het praktijkonderwijs biedt maatwerk per leerling, maar is tot op heden de enige schoolsoort in het voorgezet onderwijs zonder landelijk eindexamen met als einddoel het diploma. Iets wat leerlingen demotiveert. Daarom zijn de praktijkscholen in regio Rijnmond in het schooljaar 2016/2017 gestart met de invoering van het Praktijkschooldiploma.
Evaluatieonderzoek
In het onderzoek is gekeken naar doelen waar het Praktijkschooldiploma aan moet voldoen. Zo is er gekeken of leerlingen zich met het diploma een volwaardig middelbaar scholier voelen. Ook de vraag bij ouders of de opleiding ergens toe leidt waar hun kind maatschappelijk en op werkvlak wat aan heeft, is meegenomen. Daarnaast is gekeken naar de voordelen voor praktijkonderwijsinstellingen, instellingen voor PRO-scholen, MBO en werkgevers
Positieve resultaten
De eerste inzichten laten positieve resultaten zien. Zo wordt de eenduidigheid van het hebben van een diploma als meerwaarde gezien. Leerlingen werken ergens naartoe en dat levert een prestatie in de vorm van een diploma op. Daarnaast heeft het diploma een positief effect gehad op het zelfbeeld en het gevoel van erkenning van leerlingen.
Professionals van met name de praktijkscholen zien ook de waarde van het diploma in: het zou tot betere profilering van de leerling leiden waardoor er betere kansen op de arbeidsmarkt kunnen ontstaan. Ze geven aan dat het diploma heeft gezorgd voor een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Hoewel dat nog in de kinderschoenen staat: het belang van het diploma dient nog echt te landen bij docenten. Werkgevers geloven in de waarde van het diploma op termijn, als duidelijk wordt wat een leerling kan en waar die zich op kan ontwikkelen. Het gaat werkgevers vooral om welke competenties leerlingen hebben.
Uitdagingen en aanbevelingen
Uitdagingen voor de toekomst liggen voornamelijk in de behoeften die zowel praktijkscholen en haar leerlingen als het vervolgonderwijs en werkveld hebben ten opzichte van het diploma. Zo ontbreekt het momenteel nog aan civiele waarde, zoals de branchecertificaten die kennen. Een goede positionering van het diploma is daarom noodzakelijk. Er zijn gesprekken nodig om de normering en inhoud van het diploma nog duidelijker vast te stellen.
Scholen kunnen docenten beter bewustmaken van de noodzaak om duidelijke ontwikkelingsdoelen te stellen richting het diploma, resultaten vast te leggen in het porfolio en van het feit dat de leerling eigenaar is van het proces. Voor een goede onderbouwing van een advies dient het diploma duidelijk te laten zien welke aangeleerde competenties een leerling bezit. Momenteel wordt er gewerkt aan een landelijke invoering van het diploma, iets wat zeker wenselijk is om de stap naar mbo niveau 1 te verduidelijken. Het is van belang dat bedrijven succeservaringen opdoen met diploma-leerlingen. Een inhoudelijk goed ontwikkeld diploma dat meerwaarde biedt voor bedrijven, moet uiteindelijk tot meer naamsbekendheid en status leiden en in de toekomst het verschil kunnen maken.
De gemeente Rotterdam blijft zich inzetten voor het praktijkonderwijs en het diploma. Er is een werkgroep die zich richt op de overgangen van school naar mbo en van school naar werk. Ook deze werkgroep gaat aan de slag met de aanbevelingen uit het onderzoek. Het Regioplatform PRO start met een aantal acties, zoals meer inzet op de digitale portfolio.
Het evaluatierapport is te lezen op de website van RISBO.