De van Oldenbarneveltschool
Op De van Oldenbarneveltschool wordt gewerkt met het leerstof-jaarklassensysteem. De groepen van gemiddeld 30 leerlingen krijgen op drie niveaus gedifferentieerd les. De groepsleerkracht wordt hierbij ondersteund door een onderwijsassistent, co-teachers, een remedial teacher en vakdocenten. Er zijn vakdocenten voor de vakken Beeldende Vorming en Techniek, Bewegingsonderwijs en Muziek. Deze vakken worden in halve groepen en in blokken van twee uur gegeven. De ene helft van de klas gaat een uur naar de vakdocent, terwijl de andere helft op dat moment in de klas begrijpend lezen of rekenen van de groepsleerkracht krijgt. Na dit uur wisselen zij dit om. Zo zijn er meerdere momenten van klassenverkleining gedurende de week wat zorgt voor werkdrukverlichting, en extra individuele aandacht in de klas. De school heeft momenteel ongeveer 240 leerlingen, verdeeld over 9 groepen: drie groepen 1/2 en vanaf groep 3 één groep per leerjaar.
Er zijn vijf co-teachers binnen het team. Deze co-teachers hebben wel lesgevende taken, maar geen eindverantwoordelijkheid voor een klas. Co-teachers zijn de teamleden die een andere opleiding hebben doorlopen dan PABO of die bezig zijn met de PABO. Dit kunnen onderwijsassistenten, zij-instromers of collega’s die aan het afbouwen zijn richting hun pensioen.
Het uitgangspunt is dat er per klas twee tot drie keer een halve dag per week co-teaching is. Naar behoefte wordt er een leerkracht of onderwijsassistent ingezet, als er bijvoorbeeld sprake is van achterstanden in een groep dan wordt er (tijdelijk) meer co-teaching door een leerkracht ingezet.
In het kader van het lerarentekort wordt op de lange termijn ingezet op het opleiden van zij-instromers en doorstromen van onderwijsassistenten naar de PABO. Zij-instromers worden gekoppeld aan een maatje, dat is de leerkracht van de groep waar ze lessen geven. De adjunct-directeur is het centrale aanspreekpunt en de coach van zij-instromers. De IB-er is coach voor alle andere starters.