Slim Organiseren: Behoud van leraren

Hieronder is te lezen hoe het ‘Slim Organiseren’ plan helpt om scholen beter te laten werken en lerarentekort te verminderen.

Er zijn slimme ideeën zoals extra hulp voor nieuwe leraren en manieren om leraren beter in te zetten. Kijk verder voor alle details over deze maatregelen.

Bovenschoolse of externe coaching & begeleiding

Begeleiding van starters is vaak een taak van collega-leraren, die hier vanwege werkdruk of het lerarentekort te weinig aan toekomen.

  • Maatregel: Deze maatregel introduceert een systeem van coaching buiten het gewone lerarenteam. Hierbij worden studenten, beginnende leraren en zij-instromers begeleid door professionals die niet in de klas staan. Zo kunnen ervaren leraren zich helemaal op lesgeven focussen, terwijl nieuwe leraren de nodige begeleiding krijgen. Coaches kunnen vast in dienst zijn bij het schoolbestuur of op contractbasis werken.

Een mogelijke interessante doelgroep zijn medewerkers op bestuurskantoren, ministerie, inspectie en uittreders met een bevoegdheid, die wellicht nog parttime in het onderwijs zouden willen coachen.

Bovenformatief benoemen op populaire school

Sommige scholen zijn heel populair en hebben een overschot aan sollicitanten. Andere scholen zijn minder/niet populair en hebben onvervulde vacatures.

  • Maatregel: Bovenformatieve aanstelling op populaire scholen: Deze strategie moedigt ervaren leraren van populaire scholen aan om tijdelijk (voor een half jaar tot een jaar) te werken op andere scholen waar vacatures moeilijk te vervullen zijn. Als stimulans kunnen deze leraren gratificaties of een bonus in de vorm van een extra salaristrede ontvangen, wat hen helpt om buiten hun comfortzone te groeien. Andere aantrekkelijke bonussen kunnen bestaan uit verkorte opleidingen of persoonlijke coachingstrajecten. Een essentieel onderdeel van deze maatregel is de garantie dat leraren kunnen terugkeren naar hun oorspronkelijke school. Deze aanpak kan zowel op bestuursniveau als op een hoger niveau, zoals op wijkniveau, worden toegepast.

Taakdifferentiatie en -efficiëntie

Het onderwijs kent nu teveel taken voor leraren die niet direct tot hun kerntaak behoren.

  • Maatregel A: de inzet van eventmanager (geen leraar), die randvoorwaardelijke taken uitvoert, zoals het voorbereiden van feestdagen, sportdagen, schoolfotograaf of de inzet van een pedagogisch conciërge die leerlingen kan opvangen die even niet binnen de groep kunnen functioneren.
  • Maatregel B: Deze maatregel richt zich op het verminderen van bijzaken op scholen, zoals de organisatie van schoolfoto’s, administratieve taken en schoolactiviteiten als de avondvierdaagse. Het idee is dat schoolteams gebruikmaken van elkaars expertise of hulp inschakelen van gespecialiseerde teams op bovenschools niveau. Deze teams kunnen hen helpen bepalen welke taken ze kunnen verminderen of stopzetten. Ook kan een opruimteam worden ingezet om de werkomgeving op te ruimen, wat zorgt voor een rustigere en meer georganiseerde arbeidsomgeving. Dit vermindert de werkdruk en draagt bij aan het behoud van vitaliteit bij het personeel. Deze gespecialiseerde teams kunnen worden samengesteld met professionals uit andere sectoren, voor een frisse kijk op het onderwijs.

Meer inzet onderwijsondersteunend personeel (OOP)

Het ontbreken van taakdifferentiatie en onvoldoende benutten van de capaciteiten van OOP leidt tot de inefficiënte inzet van bevoegde leraren.

  • Maatregel: inzet van onderwijsassistenten en/of leraarondersteuners in de ondersteuning van grotere groepen leerlingen of bijvoorbeeld in unit- en leerpleinenmodel. De taak van onderwijsassistent kan eventueel als combinatiefunctie wordt aangeboden aan de pedagogisch medewerkers van de kinderopvang/BSO&TSO, waarmee sprake is van efficiënte inzet, doorgaande lijn en beperking van het aantal medewerkers in relatie tot de leerlingen.

Meer informatie?

Voor uitgebreide informatie over het ‘Slim Organiseren’ en voorbeelden van uit de praktijk klik hier.